zondag 15 januari 2012

Dag 40: Fin

Het is vandaag 15 januari 2012, en het zit erop; terwijl we vanochtend in alle vroegte onze spullen pakten en naar het vliegveld vertrokken, stonden we er nog niet zo bij stil. Maar we mogen terugkijken op een bijzondere reis. Wij zijn trots; niet alleen op onszelf, maar ook op onze auto. Achteraf bezien was onze grootste zorg het feit dat de kilo Kruidvat-snoep zo snel op was...
We zullen het ons allemaal blijven herinneren, die prachtige plekken die we bezocht hebben. Sommige dingen moeten nog even bezinken, maar bij het terugkijken van de foto’s komt alles ongetwijfeld weer terug. Nu we hier zo zitten, wachtend op het vliegveld, lijkt het ineens allemaal zo kort geleden: het vertrek uit Nederland, de lange vliegreis, de late (of vroege) aankomst in Buenos Aires. We hebben enorm genoten, en zijn blij dat we een groot aantal enthousiaste bloglezers hebben mogen laten meegenieten.
Het begon allemaal in Argentinie: het enorm uitgestrekte landschap maakte indruk – eerst groen, met enorme graanvelden, daarna dor. Uitzondering in deze droogte was Ushuaia, het zuidelijkste puntje: een prachtige oase. Het einde van de wereld. Daarna kwam Chili. We hebben versteld gestaan over hoe welvarend dit land is. Ten zuiden van Santiago kwamen we nog veel groene, klein verkavelde landbouwvelden tegen. Ten noorden was het weer dor, droog en uitgestrekt. Wat een verschil met Bolovia: gelegen op grote hoogte, met prachtige natuur, maar straatarm. De hoofdstad, La Paz, roept jammer genoeg niet alleen positieve associaties op: de drukte, de benauwende hitte, de ogenschijnlijk anti-westerse mensen. Maar ach, straks lachen we erom. Het volgende land, Peru, is ons bijgebleven als het vriendelijkste en makkelijkste land. Bijzonder hoe we hier zijn ontvangen. Lima blijft een van onze favoriete steden. Enige keerzijde: de sloppenwijken. En toen zaten we al bijna bij de evenaar: Ecuador, een verrassend fris land, leek qua natuur vaak veel op Oostenrijk en Zwitserland, en is meer ontwikkeld dan menigeen zou denken. De tropische hitte kwamen we pas tegen in Colombia, een prachtig, natuurrijk land; de truien die we hebben meegenomen hebben we eigenlijk niet of nauwelijks hoeven gebruiken. Nee, wat dat betreft verlangen we nog niet meteen terug naar Nederland...
Bij een slotwoord hoort ook een bedankje. Allereerst natuurlijk aan alle lezers: we hopen dat jullie hebben genoten van onze avontuurlijke verhalen; iedereen bedankt voor de leuke reacties en de interesse voor onze reis. Daarnaast natuurlijk ook dank aan onze medereizigers, in het bijzonder onze vaste kliek: Arend en Henry (equipe 60), Job en Catelijne (equipe 18) en Jan en Riki (equipe 34). Het waren zes onvergetelijke weken.
En dan nu snel ons vliegtuig halen...

Onze laatste avond, in Cartagena.

Dag 39: De boog kan niet altijd gespannen zijn...


We hebben ons einddoel bereikt: na ruim 16.000 kilometer zijn we, veilig en wel, in Cartagena. Vandaag een vrije dag; nog even genieten van de laatste zomerzon, goed uitrusten, even de stad in en dan morgen (heel vroeg) weer huiswaarts. We slapen uit, en in de middag verdelen we de taken: Ton gaat naar de haven met de auto; Maarten gaat Cartagena verkennen. In de haven verloopt alles verbluffend simpel: niet meer dan een handtekening en een vingerafdruk, waarmee je in feite verklaard geen zwaar wapentuig in de auto te verbergen. Wat nog typisch is: bij het oprijden van het haventerrein geeft de provisorische constructie onder Job’s motorkap (lees het even terug, dag 4) de geest. Ook de overige auto’s krijgen problemen, bijvoorbeeld met de koeling. De auto’s zijn moe, en komen op hun tandvlees aan; wij ook. Ondertussen is Maarten aan het ontspannen in Cartagena: hij laat zich, samen met Henry, een uur lang masseren door een bebeugelde Colombiaanse met gulden handen.
Rond 7 uur ’s avonds worden we in een partybus met snoeiharde muziek opgehaald om naar het afscheidsfeest te gaan. Bovenop de oude stadsmuur worden we getrakteerd op hapjes, drankjes (we hebben een eigen biertap op tafel) en natuurlijks dans. Enkele deelnemers, het technisch team in het bijzonder, worden nog even in het zonnetje gezet. En dan gaan om 22.00 uur de eerste bussen weer richting het hotel, aangezien we morgen weer om zes uur uit de veren moeten (eerst een vliegtuig naar Bogota, dan naar Panama, dan naar Amsterdam, lang verhaal). Maarten gaat nog even door naar een gezellige openluchtdiscotheek. Rond half 2 besluit hij ook maar te gaan slapen. Een bijzonder geslaagde avond; een bijzonder geslaagde reis.

Nog even op de foto met enkele lokale belangstellenden...

De skyline van Cartagena, bezien vanaf het balkon.

Dag 38: Wat heet!


Onze laatste rijdag zou ook meteen de zwaarste zijn: 660 kilometer, van Medillin naar Cartagena, met steile bergwegen die zouden oplopen tot hoogtes van 2800 meter. Vandaar ook dat we vandaag bijzonder vroeg opstaan: vier uur ’s ochtends, zodat we om vijf uur kunnen rijden. Met een beetje geluk komen we dan vanavond om een uur of acht aan in Cartagena.
De steile bergwegen vallen mee, al zijn we inmiddels natuurlijk wel wat gewend. Ook het vrachtverkeer is niet zo’s storende factor als eerdere keren, al is de afstand is wel stukken groter: het lijkt gewoon niet op te schieten. Daarbij is het ook nog eens bloedheet; tijdens het rijden laten we lekker de raampjes openstaan (dat noemen ze ‘arko’), maar bij de vele tolpoortjes die we tegenkomen staan we enige tijd stil – en dan voel je de benauwende hitte pas echt. Wat zal dat een verandering zijn als we over twee dagen weer door de Nederlandse vrieskou moeten...
Het landschap is op deze laatste dag nog steeds adembenemend. Veel groen, indrukwekkende heuvels, en hier en daar krijgen we zelfs nog wat exotische beesten te zien. Alleen jammer van de wegen: die zijn op sommige momenten, met veel kuilen en gaten, toch behoorlijk slecht. Maar we kijken na zes weken nog steeds de ogen uit onderweg; zo zien we onder meer (heel ouderwets, Ton wordt nostalgisch) paarden met melkbussen.
Dan wordt het al gauw donker. Het is hier, zo hebben we al vaker gemerkt, enorm oppassen geblazen voor fietsers zonder licht, voetgangers en loslopende beesten. Wij moeten bijvoorbeeld snel uitwijken voor een ezel, die op zijn dooie gemak wil oversteken, en merken nog even op dat al het vee hier zo maar los rondloopt. De schemering heeft daarentegen wel een positief effect op de gezelligheid in de dorpen die we passeren: elk plaatsje dat we passeren heeft de sfeer van een kermis; de vrijdagmiddagborrel begint hier blijkbaar iets later...
Rond half negen ’s avonds komen we dan aan in Cartagena, een zwoele havenplaats die (met al haar nieuwbouw) een beetje de sfeer van Miami uitstraalt. Het hotel ligt pal aan het strand; dat belooft wat voor morgen.



vrijdag 13 januari 2012

Dag 37: Als het nog lang duurt, dan wachten we gewoon nog even...

Vandaag vertrekken we om zeven uur ’s ochtends; de ervaring leert ons dat we op de bergwegen maar moeizaam vooruit komen. We zetten koers richting Medellin (420 km), de beruchte drugshoofdstad (niet de hoofdstad) van Colombia. Met het verlaten van Cali gaat het echter al mis: Job en Catelijne (equipe 18) moeten voor een verkeerslicht wachten, en raken de rest kwijt. Jan en Arend wachten op Job, en zijn ons daardoor ook weer kwijt. Wanneer wij ook besluiten te stoppen, zien we de anderen wel langskomen, maar kunnen we niet meteen terug de weg op – nu raken wij de rest dus weer kwijt. We besluiten de stad uit te rijden, en buiten de stad op de anderen te wachten. Geen succes. Op wonderlijke wijze weten we elkaar in het stadje Yumba weer te treffen. We kunnen weer...
Het eerste deel van het landschap is erg vlak, met enorme rietplantages langs de weg. Er wordt ook volop geoogst: het spul wordt over de weg vervoerd met opleggers die een stuk of zes aanhangwagens trekken. Suikerriet is hier kennelijk een belangrijk product.
Na enkele tientalle kilometers gaan we weer de bergen in; geen vrachtverkeer deze keer, dus het schiet goed op. Na de middag belanden we echter weer midden tussen de vrachtauto’s, die voor ons moeizaam omhoog kruipen. We moeten vaak in de eerste versnelling rijden, tergend langzaam. Dit zijn de laatste loodjes.
Rond half 5 ’s middags naderen we Medellin. Het routeboek blijkt onvolledig; we gaan over de de Garmin-navigator. Aangezien Job (equipe 18) ook zo’n speeltje heeft, kunnen we twee-aan-twee rijden: een met navigator, en een zonder erachteraan. Dat lukt goed: rond 5 uur komen we aan bij ons hotel.
Op de parkeerplaats van het hotel raken we aan de praat met enkele nieuwsgierige voorbijgangers, die vloeiend (Amerikaans) Engels praten. Zij vertellen ons dat we in het mooiste hotel van de stad verblijven – en dat overdrijven ze niet. Onze kamer kent een inloopkast waar menig student vier jaar in kan verblijven.
Ondertussen besluit Job nog even de remmen te controleren; Jan moet nog olie bijvullen in de versnellingsbak. De belangstellenden blijven nog even plakken, en we geven dan ook weer volop tekst en uitleg bij onze auto.
Terugkijkend op vandaag blijft vooral het landschap hangen: prachtige bergen, met weelderige begroeiing. Wat ons opnieuw opvalt: bij het in- en uitrijden van de steden geen sloppenwijken. De bergwegen zijn op veel plaatsen (opnieuw) verzakt, en men is druk bezig dit te repareren. De weg barst van de oude (vracht)auto’s, maar armoedig ziet het er niet uit.





donderdag 12 januari 2012

Dag 36: Weinig nieuws onder de bloedhete zon

Colombia kent een prachtig heuvelachtig en groen landschap, zo leren we vandaag. De korte rit van 400 kilometer (van Pasto naar Cali) wil echter niet zo vlotten. Niet omdat de auto’s niet willen, maar omdat de vele haarspeldbochten en het vrachtverkeer op de tweebaanswegen voor oponthoud zorgen. Maar we mogen niet klagen: het biedt ons uitgebreid de kans om eens van de natuur te genieten. Wat opvalt zijn de afzakkingen in de wegen, die waarschijnlijk door hevige regenval of aardbevingen veroorzaakt zijn. Ook zien we eigenlijk geen grote sloppenwijken in de voorsteden.
De laatste 80 kilometer van de route bestaat uit een vlakke weg; na een korte eindsprint komen we rond etenstijd aan bij ons hotel, een indrukwekkend nieuw gebouw.


Ondertussen bij een tankstation...


Dag 35: Niet te evenaren...


Vandaag staan we vroeg op. Niet alleen omdat we op tijd bij de grens met Colombia willen zijn, maar ook omdat we fris en fruitig ons televisiedebuut willen maken. Deze ochtend rijdt er namelijk een cameraploeg(je) van Veronica met ons mee. Op de achterbank presentatrice Saar en haar cameraman; achter het stuur een gelauwerde Volvo-rijder c.q. technisch wonder, en op de passagiersstoel een verwende puber die vol trots zijn eerste baardgroei door laat zetten. Als dat geen spannende tv oplevert... We willen het een beetje spannend houden, dus: gaat dat allen zien. Vanaf medio april, op Veronica. Als onze banaliteiten er niet uit geknipt worden althans...
Na twee uurtjes rijden bereiken we de evenaar, en stoppen we bij het monument voor een paar foto’s. Alles loopt op rolletjes, tot we bij de grens komen. Aangezien zowel het in- als het uitgaande volk in dezelfde rij moet staan (en ook aan dezelfde balie moet zijn), neemt dit in ieder geval al dik twee uur in beslag. Maar dan komt het: een van de vlijtige ambtenaren op de grens van Peru en Ecuador blijkt een foutje te hebben gemaakt, waardoor een van ons (Catelijne, equipe 18) nu Ecuador niet uit mag. Het is veel puffen en zuchten, zitten en staan, maar uiteindelijk is alles in orde gemaakt. Na ruim vier uur wachten mogen we eindelijk de grens over, vol goede moed Colombia in. Maar de euforie is van korte duur: bij het wegrijden houdt onze Amazone in, en komt na een paar honderd meter volledig tot stilstand. In het donker, dus de rest kan niet meer zien dat we achterblijven. Gelukkig zit het technisch team nog achter ons; we werpen een snelle blik onder de motorkap, en blazen het benzinefilter even goed door. Maar het mag niet baten: de auto komt opnieuw tot stilstand; pas wanneer we de het benzinefilter hebben vervangen door een nieuw (schoon) exemplaar, kunnen we onze reis goed en wel voortzetten. De weg naar Pasto kent vele bochten, is donker en het bulkt er van het vrachtverkeer. Dat schiet dus niet op. Totaal uitgeput komen we aan in ons hotel in Pasto, waar ze ook nog eens door de bier- en wijnvoorraad heen blijken te zijn. Dan maar meteen na het eten naar bed. Wat zijn we toch verwend...



Ton, de evenaar bewonderend...

Dag 34: ‘It just tastes better’

Onze vrije dag begint ’s ochtends met het reorganiseren van de koffers, en het (provisorisch) wassen van wat ondergoed. Na een stevig ontbijt vertrekken we dan per taxi naar het oude centrum van Quito. Wanneer we aankomen is er voor het presidentiele paleis net een soort defilé gaande: de president en de ministers staan op het balkon; op het plein staan veel mensen met bewondering te kijken. Dit is kennelijk een soort aanhankelijkheidsbetuiging aan de president.


Het historisch centrum van Quito barst van de oude kerken; de een is nog mooier dan de ander, maar het went jammer genoeg vrij snel. Na vier kerken houden we het voor gezien, en gaan we terug naar ons hotel voor een middagdutje. Maarten gaat ondertussen uitzoeken wat er in de buurt van het hotel nog te beleven valt. Uitgerust en wel maken we rond een uur of twee een flinke wandeling naar een (botanisch) park in het nieuwere deel van de stad. We komen al gauw in een gigantisch winkelcentrum terecht; de bovenste verdieping bestaat louter uit fastfoodketens. Let wel: alle fastfoodketens. De keuze is er reuze. Wij kiezen, zonder schaamte, voor de Burger King. Wat verder opvalt zijn de gloednieuwe kantoorgebouwen: hier wordt nog volop bijgebouwd. Zou ook hier een onroerend goed-bubbel op komst zijn?
In het park is weinig loos; boven de grote bergen in de verte verzamelen zich enkele grote donkere wolken. Er is onweer op komst. Wij weten net op tijd een taxi aan te houden, en worden tijdens de rit nog even getrakteerd op de nieuwste hit van Enrique Iglesias.
’s Avonds treffen we de groep weer bij het avondeten. De restaurantjes in de buurt zitten allemaal bomvol, en lijken niet te zijn berekend op zoveel mensen. Wij kiezen voor de veilige weg: buffet in het hotel. Op de zevende verdieping, met een prachtig uitzicht over de stad bij nacht, genieten we van onze maaltijd. Deze dag was bijzonder geslaagd: wij zijn heerlijk uitgerust...